Bevalling
Op deze pagina:
Bijna alle bevallingen vinden plaats tussen de 37e en 42e week van de zwangerschap. Je kunt thuis of in het ziekenhuis bevallen. Vooraf is niet te zeggen wanneer de bevalling begint. De meeste bevallingen beginnen met weeën. Maar bij één op de tien bevallingen breken de vliezen voordat de weeën beginnen. Een eerste bevalling duurt gemiddeld twaalf uur, gerekend vanaf het moment dat de weeën elke vijf minuten of vaker komen. Een volgende bevalling gaat meestal iets sneller.
Thuisbevalling
Als je een probleemloze zwangerschap hebt, dan kun je bij ons, als je in Emmen woont, thuis bevallen. Sommige vrouwen vinden het prettig in hun eigen omgeving te bevallen. Hier kun je je vaak beter ontspannen. Het is belangrijk dat je je thuisbevalling op tijd voorbereid en dat je vanaf 37 weken alles in huis hebt, zoals een kraampakket, bed van minstens 70 cm hoog en warme kruiken.
Poliklinische bevalling
Heb je een probleemloze zwangerschap, maar beval je liever in het ziekenhuis? Dat kan ook. Je kiest dan voor een poliklinische bevalling. Deze vindt plaats op de verloskamers in ziekenhuislocatie Scheper. Voor een poliklinische bevalling is een aanvullende verzekering nodig. Kijk dit altijd even na in je verzekeringspolis.
Medium risk bevalling
Ben je onder controle van de verloskundige, maar is er in overleg met de gynaecoloog een medium risk bevalling afgesproken? Dan beval je in de verloskamers in ziekenhuislocatie Scheper. Een medium risk bevalling is een bevalling onder leiding van je eigen verloskundige, maar met aanwezigheid van een verpleegkundige. Daarnaast wordt de gynaecoloog ingelicht als je gaat bevallen. Gaat alles goed, dan zie je de gynaecoloog niet en mag je, net als bij een poliklinische bevalling, na de bevalling naar huis. Een medium risk bevalling wordt door de verzekering vergoed vanuit het basispakket.
Pijnstilling tijdens de bevalling
Elke bevalling doet pijn, maar de verschillen in pijnbeleving tussen vrouwen zijn groot. De pijn in de onderbuik (en soms de rug) wordt veroorzaakt door het samentrekken van de baarmoeder (weeën) tijdens de ontsluitingsfase. Tussen de weeën door is er vaak een pijnloze rustperiode. Meestaal neemt de pijn toe naarmate de ontsluiting vordert.
Er zijn verschillende manieren om zelf goed om te gaan met de pijn. Bijvoorbeeld door ademhaling- en ontspanningsoefeningen, of door het veranderen van je houding tijdens een wee. Of door je te concentreren op de weeën en je niet af te laten leiden door andere dingen. Uiteraard is de steun en support van je partner onmisbaar! Helpen al deze zaken niet meer afdoende, dan kan er in overleg met de verloskundige en de gynaecoloog besloten worden om je medicamenteuze pijnstilling te geven. De verloskundige blijft bij je en mag, onder supervisie van de gynaecoloog, jouw bevalling afmaken.